Roosendaal-Vlissingen

150 jaar Zeeuwse lijn

Op 8 september 1873 was het groot feest in Vlissingen. Koning Willem III was in de stad om de spoorlijn Roosendaal – Vlissingen te openen. En dat niet alleen: tegelijkertijd opende hij ook de haven van Vlissingen en het kanaal door Walcheren. Maar het was de spoorlijn die de stad en heel Walcheren uit het eiland isolement haalde. Voor de aanleg van die lijn moesten namelijk het Sloe (de kreek tussen Walcheren en Zuid-Beveland) en het Kreekrak (die tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant) worden afgedamd. De spoorlijn is tussen 1863 en 1873 aangelegd door de Staat der Nederlanden als staatslijn F ofwel de Zeeuwse lijn. Hij traject kreeg 17 tussengelegen stations, waarvan er nu nog 9 over zijn. Eind 19-de eeuw kon men 5 maal daags naar Vlissingen, nu gaan er 3 treinen per uur. We nemen de “intercity”, tussen aanhalingstekens, want hij stopt op alle tussengelegen stations. De reistijd is iets meer dan een uur. Langs het 74,4 kilometer lange traject zien we afwisselend akkers, fruitbomen, dorpjes en molens. Ook steken we een paar vaarwegen over, die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis Zeeland.

spoorkaart-bewerkt

 

 

0.0: Station Roosendaal: het station was er al in 1854, dus lang voordat er sprake was van een spoorlijn naar Vlissingen. Het lag namelijk aan de spoorlijn van Antwerpen richting Rotterdam. Roosendaal werd vanuit het zuiden ontsloten en werd het eerste station van Noord-Brabant. Het is ook een grensstation, hoewel er nu alleen nog maar eens per uur een stoptrein vertrekt naar Antwerpen. De Thalys gaat namelijk aan Roosendaal voorbij.

R 1,0: Onze-Lieve-Vrouwe van Altijddurende Bijstandkerk, een nog als zodanig functionerende Rooms Katholieke kerk. Het is een rijksmonument en dateert van 1868 en was oorspronkelijk de kloosterkerk van de paters Redemptionisten (foto 1).

foto 1-2

 

R 13,2: Na de stop in Bergen op Zoom zien we rechts een modern bouwwerk (foto 2). Het is het nieuwe politiekantoor van Bergen op Zoom. Sinds 2020 werken hier de lokale en regionale politiediensten en de meldkamer van de veiligheidsregio’s Zeeland en Midden en West Brabant is er ook gevestigd. Het gebouw is vrijwel energieneutraal. Jammer genoeg is het dak niet te zien, want dat is voor de warmteregulatie deels bedekt met sedum. Het ontwerp is van Van Pelt architecten, die zich voor de gevel heeft laten inspireren door het Nederlandse polderlandschap. De gevel aan de spoorzijde is vormgegeven met verticale grotere openingen die refereren aan de dynamiek van de voorbijrijdende treinen. Tja, Oordeelt u zelf maar.

foto 2-2
foto 3-2

L 17,0: De Brabantse Wal: links in de verte achter de snelweg ziet u een langgerekte heuvel oprijzen uit het vlakke landschap (foto 3). Deze zogenaamde Brabantse Wal markeert de overgang van de hoger gelegen Brabantse zandgronden naar de Zeeuwse kleigronden. De “steilwand” is ontstaan door erosie van de Schelde, die daar in het laat pleistoceen (zo’n 10-15.000 jaar geleden) stroomde. Het hoogteverschil bedraagt plaatselijk wel meer dan 20 meter.

R 17.1: Ongeveer gelijktijdig ziet u aan de rechterzijde de kwelders van de Oosterschelde, althans van het door de Oesterdam afgesloten deel dat nu het Markiezaatsmeer heet (foto 4).

foto 4-2
foto 5-2

R 24,1: We passeren het Schelde-Rijnkanaal. Het kanaal werd in 1975 geopend na moeizame onderhandelingen met de Belgen. Zij wilden namelijk een betere verbinding tussen Antwerpen en Duitsland dan het Kanaal door Zuid-Beveland dat we verderop zullen passeren. De trein rijdt tussen de A58 en N287 over het kanaal. Daarom is het niet goed te zien. Eigenlijk gaan we over twee kanalen. Eerst het scheepvaartkanaal zelf met rechts de dubbele Kreekraksluizen en direct daarna het Bathse spuikanaal, dat overtollig water vanuit het Zoommeer en Volkerak op de Westerschelde loost. De foto (5) laat dit kanaal zien met op de achterrond de Oesterdam, aangelegd om getijdenbewegingen in het Schelde Rijnkanaal te voorkomen.

foto 6-2

 

L 30,2: Zeeland heeft per oppervlak de meeste fruitteelt van Nederland met meer dan 4000 ha boomgaarden (foto 6). Het gaat dan om appels, peren, pruimen, kersen maar vooral ook zwarte bessen. Deze doen het goed op de Zeeuwse klei. Er ontstonden ook fruitverwerkende bedrijven. Een ervan zien we links naast het spoor vlak voor het station van Kapelle Biezelinge: de conservenfabriek van Coroos.

 

 

 

40,8: Kanaal door Zuid-Beveland (foto 7): dit kanaal is ook te danken aan België. Een traktaat uit 1839 volgend op de afscheiding van België verplichtte Nederland om de scheepvaartverbinding tussen Antwerpen en de Rijn in stand te houden. Deze verbinding, het Kreekrak, werd in 1867 verbroken door de spoorverbinding waar we nu over rijden. Het kanaal verbindt de Westerschelde bij Hansweert met de Oosterschelde bij Wemeldinge. Na de opening van het Schelde-Rijnkanaal verloor het aan betekenis.

foto 7-2
foto 9-2

R 44,2: Station Kapelle-Biezelinge (foto 8): dit station is evenals dat van Yerseke, Krabbendijke en Arnemuiden nog van de tijd van de aanleg van de spoorlijn. Het zijn standaard ontwerpen. De eerste drie zijn van de staatsspoorlijn vijfde klasse, Arnemuiden is van de vernieuwde vierde klasse en tevens rijksmonument.

L 48,5: Watertoren Goes (foto 9): in deze prachtige toren van 63 meter was ooit 1250 m3 water opgeslagen. Het was bij de bouw in 1912 de eerste stalen watertoren van Nederland en de hoogste van Zeeland. Het is een rijksmonument, waar je bovenin nu geen water meer zult aantreffen. In de jaren 90 van de vorige eeuw, toen men overschakelde op een regelsysteem met pompen, hebben veel watertorens een andere functie gekregen. Je kunt hier nu wonen: er zijn drie appartementen.

foto 8-2
foto 10-2

L 49,8: Stichting Stoomtrein Goes – Borsele: direct na de stop bij station Goes ziet u links een spoorwegemplacement met oude treinstellen. Die zijn van de Stichting Stoomtrein Goes – Borsele, die sinds 1972 in de zomermaanden tussen Goes en Hoedekenskerke of Baarland rijdt. De trein rijdt over een voormalige tramlijn uit 1928. De dienstregeling vindt u op https://www.destoomtrein.nl/treinreis-en-museum/dienstregeling/

L 59,2: Ook aardappelen doen het goed op de Zeeuwse klei. Veel ervan gaan linea recta naar de frietfabriek zoals hier bij McCain even voorbij Goes bij Lewedorp links van het spoor (foto 10).

L 62,1: In de verte links ziet u kranen van de Sloehaven, die genoemd is naar de kreek het Sloe. Die scheidde tot 1871 Zuid-Beveland en Walcheren. In dat jaar werd namelijk de Sloedam gebouwd, die nodig was voor het spoor naar Walcheren. Van de kreek en de dam is niets meer te zien, want het hele gebied is ingepolderd. Wel te zien is een aftakking van het spoor naar de Sloehaven.

We passeren Arnemuiden, genoemd naar het riviertje de Arne. Dat riviertje steken we kort daarna over. Het is moeilijk voor te stellen dat hier in de 17-de eeuw druk scheepvaartverkeer was richting Middelburg, dat toen een van de belangrijkste handelssteden van de Republiek was.

68,3: Station Middelburg: het station is gelijktijdig met de aanleg van de spoorlijn gebouwd in 1872. Het is een standaardstation van de Staatsspoorwegen en behoort tot de Waterstaatstations van de derde Klasse. Het is een rijksmonument.

R 72,0: Tussen Middelburg en Vlissingen rijden we langs het kanaal door Walcheren. Dat is tegelijkertijd met de spoorlijn aangelegd in 1873. De aanleg van dit kanaal was evenals dat van het Kanaal door Zuid-Beveland een gevolg van het traktaat met België. Het moest de afsluiting van het Sloe voor de scheepvaart door de aanleg van de Sloedam compenseren. Op de foto (11) de Sloebrug bij Souburg.

 

foto 11-2

74,4: Station Vlissingen: het eindstation van de lijn. Verder kan ook niet, want het station ligt midden in het havengebied vlakbij de Westerschelde. Dit kopstation is gebouwd in 1950, nadat zijn voorganger verwoest was in de Tweede Wereldoorlog. Toch was het voor veel reizigers eind 19-de begin 20-ste eeuw niet het eindstation, want in de haven lag een boot klaar naar Engeland. Via de spoorlijn was er een verbinding ontstaan tussen Berlijn en Londen. Erg populair in die tijd, ook bij vorsten. In het toenmalige station was er voor deze hoge gasten daarom een koninklijke wachtkamer ingericht. In het huidige station zul je daar vergeefs naar zoeken. Ook de bootverbinding met Engeland is er niet meer. Maar je kunt nog wel om de hoek de boot nemen naar Breskens, dé maritieme badplaats van Zeeuws-Vlaanderen volgens www.zeeland.com. Op deze site vind je ook genoeg redenen om eens uit te stappen op een van de stations onderweg.