De A1, de snelweg naar het oosten, van Amsterdam naar de Duitse grens.
Je zou verwachten dat de A1 de oudste snelweg is, maar dat is niet zo. De rijkswegen werden voor het eerst genummerd in het Rijkswegenplan van 1932. Men nam in eerste instantie Amsterdam als vertrekpunt en nummerde de wegen vanuit de hoofdstad met de klok mee, te beginnen in het oosten. Toen waren dat nog wegen met maar 2 rijstroken. Vanaf 1936 begon men deze uit te breiden tot 2 x 2 rijstroken met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen, tot autosnelwegen dus. De primeur was het gedeelte van de A12 tussen Voorburg en Zoetermeer, opengesteld op 15 april 1937. Het eerste gedeelte van de A1, tussen Muiden en Naarden werd pas in 1958 aangelegd en het duurde nog tot 12 november 1992 voordat ook het laatste stuk van Oldenzaal naar de Duitse grens klaar was. Daarmee had de A1 een lengte van 157 km gekregen. Dat is op drie na de langste snelweg.
Tot zover wat algemene informatie, tijd om de weg te verkennen, te beginnen in Amsterdam bij het knooppunt Watergraafsmeer, waar de A1 begint. De locatie van de bijzonderheden onderweg geven we aan met het dichtstbijzijnde hectometerpaaltje. Deze paaltjes komen niet altijd overeen met de afstand tot het beginpunt. Dat komt door aanpassingen van het tracé in het verleden maar ook is al rekening gehouden met eventuele toekomstige aanpassingen. Het komt er op neer dat we beginnen bij paaltje 3,1 en eindigen bij paaltje 178,4. Als u wilt weten waar elk hectometerpaaltje precies staat dan kunt u dit vinden op de site www.hmpaal.nl.
Van Knooppunt Watergraafsmeer (hm 3,1) naar knooppunt Eemnes (hm 29,4)
Het eerste deel bij Diemen is het drukste deel van de snelweg. In 2021 passeerden hier volgens de Wegenwiki gemiddeld op een werkdag bijna 200.000 auto’s en het behoort daarmee tot de drukste trajecten van ons land.
Bij hm 8,7 passeren we de Muiderbrug over het Amsterdam Rijnkanaal. Dit kanaal, dat loopt van het IJ naar de Waal bij Tiel is met ca. 100.000 scheepspassages per jaar een van de drukst bevaren kanalen ter wereld. De Muiderbrug is een vaste brug. De oorspronkelijke brug dateert van 1972, maar hij is in 2010 t.b.v. het scheepvaartverkeer met 50 cm opgehoogd en omgebouwd tot een zgn. tuibrug. Wat u ziet zijn de 70 meter hoge pylonen, die met kabels aan het wegdek zijn verbonden.
Hm 12,2: Aquaduct Vechtzicht. Waar het Amsterdam Rijnkanaal een drukke vaarweg is voor de beroepsvaart is de Vecht dat voor de recreatievaart. Voor zeilschepen met een hoge staande mast moest de vroegere Vechtbrug regelmatig geopend worden. De brug was mede daardoor een knelpunt in de A1. Dat werd opgelost door de bouw van het aquaduct, dat in 2016 in gebruik werd genomen. Met een breedte van 65 meter is dit het breedste aquaduct van Europa. Hoewel de naam Vechtzicht is, zie je als automobilist de Vecht juist niet meer. De naam is echter afgeleid van de boerderij die op deze plek stond.
We rijden inmiddels door een poldergebied met rechts Meermolen de Onrust. Een achtkantige bovenkruier uit 1809, oorspronkelijk bedoeld om het Naardermeer droog te malen. We komen nog terug op het Naardermeer, maar in de verte doemt eerst nog een bijzondere brug op.
Hm 10,7: de Zandhazenbrug. Zo heet de spoorbrug van ProRail en Rijkswaterstaat van 2016. Het is een boogbrug in de lijn Weesp-Lelystad. Met zijn lengte van 2016 meter is dit de langste spoorbrug van Nederland. Vanwege zijn, volgens de jury “bijzonder integraal doordacht ontwerp voor alle eindgebruikers”, heeft de brug de nationale staalprijs 2018 gewonnen. En de naam? Die komt van de bijnaam van de bewoners van Muiderberg. Zij worden zandhazen genoemd.
Na de brug ligt rechts het Naardermeer. Het is het oudste natuurreservaat van Nederland. Het is in 1906 aangekocht door de pas opgerichte Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland. De toch al niet succesvolle bemaling werd stopgezet. Het meer zelf is vanaf de weg niet te zien, wel de omliggende natte gras- en rietlanden.
Naarden zelf ligt een paar kilometer verder. Het is een oude vestingstad met een omwalling. Een deel er van is vanaf de weg te zien.
Tegelijkertijd zien we links een stukje van het Gooimeer, een randmeer dat ontstond na de inpoldering van Zuidelijk Flevoland in 1967. Het meer is genoemd naar de regio in de provincie Noord-Holland waar we doorheen rijden tussen de afslagen Bussum en Laren. Het is een glooiend gebied met aan weerszijden bos en heide. Om deze natuurgebieden te verbinden is in 2015 het ecoduct Laarderhoogt aangelegd, waar we bij hm 25,2 onderdoor rijden.
De heuvels zijn ontstaan door opstuwing van gletsjers in de voorlaatste ijstijd. Heuvels worden in ons vlakke Nederland regelmatig nogal overdreven aangeduid als bergen, getuige ook de naam van het wegrestaurant De Witte Bergen, als theehuis in 1930 vernoemd naar het witte zand in de omgeving.
Van knooppunt Eemnes (hm 29,4) naar knooppunt Hoevelaken (hm 44,6)
Vlak na het knooppunt Eemnes ligt links het Zonnepark Eemnes, eind 2018 aangelegd en met 19.000 panelen levert het 5 miljoen kilowattuur per jaar, voldoende voor 1500 huishoudens
We rijden inmiddels weer door een vlak landschap met links de Eemnesserpolder, die rijk is aan weidevogels. De polder is genoemd naar het riviertje de Eem. Daar rijden we vlak na de afslag Eembrugge overheen. Op de brug staat op het rechter geluidsscherm iets geschreven. Het staat in spiegelschrift, want het is niet voor de automobilist bedoeld, maar voor de scheepvaart. Er staat twee keer Eem Amer Hemus. Dat zijn de huidige en de oude namen van de rivier.
In de verte zien we aan de rechterkant een groot gebouw als een baken oprijzen uit het vlakke landschap. Het is geen bijzonder gebouw, maar een 64 meter hoge woontoren. Het heet La Balise. Dat betekent ook baken, een zelfverklaard herkenningspunt dus voor de wijk Schothorst van Amersfoort. We gaan over de spoorlijn Amersfoort – Zwolle heen en komen bij knooppunt Hoevelaken.
Van knooppunt Hoevelaken (hm 44,6) naar knooppunt Beekbergen (hm 87,5)
Knooppunt Hoevelaken is een “klavertje vier”, een van de weinige volledige klaverblad knooppunten van Nederland. Maar er liggen plannen om de verkeersafwikkeling van het knooppunt te verbeteren, waardoor het een andere vorm zal krijgen.
De volgende 20 kilometers rijden we door de Gelderse vallei. Deze vallei ontstond door een gletsjertong in de voorlaatste ijstijd, die riviersedimenten aan weerskanten opstuwde (de Utrechtse heuvelrug en de Veluwe). Dit tongbekken werd na de ijstijd opgevuld met zand, klei en veen.
De vallei is een zeer intensief gebruikt veeteeltgebied. Er zijn hier veel varkenshouderijen en vooral rond Barneveld is er een concentratie van pluimveebedrijven. Enkele daarvan zijn langs de snelweg te zien.
Door de hele vallei en nog verder rijden we parallel aan de spoorlijn Amersfoort- Apeldoorn (aan de rechterkant). Deze spoorlijn ligt er al vanaf 1876. Het station Hoevelaken, dat we rechts bij hm 47,0 zien is echter pas van 2012.
Rechts bij hm 58,0 doemt ineens een heuvel op. Dat verwacht je niet in deze vallei. Het is dan ook een kunstmatige heuvel van afvalverwerkingsbedrijf Vink. De berg afval wordt afgedekt met grond. Hij kan een hoogte krijgen van wel 45 – 55 meter.
Aan de andere kant van de weg is tussen de bomen door nog iets van water te zien. Dit is de recreatieplas Zeumeren, ontstaan door zandwinning voor de snelweg, waarover we nu rijden.
Vlak na de afslag Stroe gaan we het bos in. Tot aan Apeldoorn rijden we door de Veluwe, een stuwwallencomplex uit de voorlaatste ijstijd (ca. 150.000 jaar geleden)
De Veluwe bestond in de 19-de eeuw grotendeels uit stuifzand. Om het stuifzand vast te leggen werden tussen 1895 en 1920 bosen aangelegd. Nu probeert men juist het resterende stuifzand als waardevol ecosysteem te behouden. Vanaf de snelweg is van deze plekken helaas nauwelijks iets te zien.
De Veluwe is ongeveer 1000 km2 groot en daarmee het grootste aaneengesloten natuurgebied van Europa. Echter de wegen die het gebied doorsnijden, waaronder ook de A1, vormen barrières voor het wild. Om die reden zijn er ecoducten aangelegd. Over de A1 passeren we er, tussen de hmpalen 67,2 en 75,5, een drietal: ecoduct Kootwijkerzand, het Dr. Harm E van de Veen ecoduct en ecoduct Hoog Buurlo.
Van knooppunt Beekbergen (hm 87,5) naar knooppunt Azelo (hm 140,8)
Bij knooppunt Beekbergen verlaten we de Veluwe verlaten en rijden de IJsselvallei in. De vallei is net als de Gelderse vallei ontstaan door een gletsjer in de voorlaatste ijstijd. We zien na de afslag Voorst rechts een heuvel. Dat is van afvalverwerkingsbedrijf Attoro en na afslag Twello links ligt nog een veld met zonnepanelen. Dat is zonnepark Wilp met 145.000 panelen.
Dan komen we bij een van de landschappelijk hoogtepunten van de route: De IJssel, met links in de verte de toren van de Lebuinuskerk in Deventer. Langs de IJssel zijn op verschillende plaatsen geulen aangelegd. Dat is gedaan in het kader van het project Ruimte voor de Rivier. De rivier krijgt daardoor letterlijk meer ruimte om water te bergen en zo het overstromingsgevaar te beperken. Links aan de overkant is zo’n geul te zien.
We kruisen de spoorlijn Zutphen – Deventer en komen nu in Salland, eerst nog een vlak agrarisch landschap, maar na de afslag Markelo wordt het terrein wat glooiender en bosrijker. We rijden daar door de uitlopers van de Sallandse heuvelrug, net als de Veluwe ontstaan door opstuwing van gletsjers. Om het wild de gelegenheid te geven de barriere van de A1 te passeren is ook hier een ecoduct aangelegd: De Borkeld bij hmpaal 128,6.
Zes kilometer verder kruist de weg de Regge, een beekje dat u nauwelijks op zult merken. Het is vermeldenswaard omdat we hier de regio Twente binnenrijden, de streek van de “Tukkers”in het oosten van de provincie Overijssel. Twente is geen bestuurlijke eenheid, maar de gemeenten binnen de regio werken wel op verschillende terreinen samen.
Twente kent een coulissenlandschap, zo genoemd vanwege de houtwallen die de percelen begrenzen. Ook vanaf de snelweg is dat goed te zien.
Bij hm 137,2 steken we het Twentekanaal over, althans de zijtak ervan naar Almelo. Het dateert van 1938. Dan is het niet ver meer naar knooppunt Azelo.
Van knooppunt Azelo (hm140,8) naar de Duitse grens (hm 178,4).
Na knooppunt Azelo gaat de A1 een paar kilometer gelijk op met de A35 (van Wierden naar Enschede-Zuid) De hectometrering is hier die van de A35. Bij knooppunt Buren gaat de A1 weer zijn eigen weg, maar er blijkt een flink gat in de hectometrering te zitten. De nummering gaat verder met hm 155,5
Bij de afslag Oldenzaal-Zuid ziet u links, ja wat is het eigenlijk? Een kapelletje? Een zonnewijzer? Het is niet duidelijk; dan moet het wel kunst zijn. En dat is het ook, het is in combinatie met de bomenrij landschapskunst gemaakt door Anne Mieke Backer in 1994 . Zij probeert hiermee de fantasie van de passanten aan het werk te zetten, wat dus ook gelukt is.
We gaan onder de spoorlijn Hengelo – Bentheim door en daarna nog over de Dinkel. Dan bereiken we de Duitse grens bij De Poppe. Er is nog wel een douanekantoor, maar de grenscontroles zijn sinds het Schengenverdrag in 1993 vervallen.
Dit is het eindpunt van onze A1. De snelweg gaat in Duitsland verder als A30 richting Osnabrück.